6. Klimaat en duurzaamheid

Ons klimaatbeleid moet eerlijker én ambitieuzer. Fossiele bedrijven en grote vervuilers krijgen miljarden euro’s subsidie. Miljarden die niet naar groene energie voor iedereen gaan, maar in de zakken van grootaandeelhouders verdwijnen. De tien procent van de allerrijksten in de wereld zijn verantwoordelijk voor bijna de helft van de uitstoot van broeikasgassen. Uitstoot die leidt tot klimaatverandering met als gevolg hittegolven, watertekorten, vervuilde lucht, afnemende biodiversiteit en gezondheidsschade. Met als ultiem gevolg: een grotendeels onleefbare planeet.

De huidige markteconomie drijft op die grote fossiele bedrijven en heeft deze klimaatcrisis veroorzaakt. Shell wist al jaren wat haar jacht op meer winst voor gevolgen had voor de leefbaarheid van onze planeet. Moet zij dan nu weer gesubsidieerd worden om te verdienen aan de ellende die ze mede heeft veroorzaakt? Het temmen van dit soort bedrijven moet onderdeel zijn van een rechtvaardig klimaatbeleid. Nu betalen de mensen die de minste invloed op het klimaat kunnen uitoefenen de rekening. Het pamperen van multinationals en bedrijven moet stoppen. Ook zij zullen zich aan de vergroeningsagenda moeten houden en hun verantwoordelijkheid moeten nemen.

Het is tijd voor andere politieke keuzes. Klimaatbeleid moet en kan eerlijk en ambitieus zijn. In Nederland, maar ook in Rotterdam. Dat betekent een klimaatbeleid waarbij we zorgen dat de gestelde doelen gehaald worden, we echt groene banen creëren én waarmee we ervoor zorgen dat huishoudens erop vooruitgaan.

De energietransitie kunnen we niet overlaten aan bedrijven die winstmaximalisatie als doel hebben. Dat leidt alleen maar tot andere verdienmodellen waarmee de rijken nog rijker worden. In Rotterdam maken we dus werk van een energietransitie die de macht en positie van burgers en werknemers versterkt in plaats van afbreekt. Een socialistische energietransitie, van en voor Rotterdammers en zij die hier werken.

Socialistische energietransitie

  • Klimaat begint bij zeggenschap. Eerlijk klimaatbeleid begint met het herstellen van zeggenschap van Rotterdammers over onze woningen, onze energievoorziening, openbare ruimte, logistiek en haven. Niet nog meer marktconcurrentie, maar meer zeggenschap, samenwerking en een sterke regie vanuit een democratische overheid. We nemen een voorbeeld aan Duitse steden, waar onder druk van kritische activisten werd besloten verkeerd beheerde private wooncomplexen te onteigenen, het trambedrijf weer onder eigen zeggenschap te brengen en opnieuw een eigen energiebedrijf op te richten. Dit zijn voorwaarden om te zorgen dat iedereen in een veilig, gezond en duurzaam huis kan wonen met een lage energieprijs. En dat iedereen gezond en duurzaam voedsel kan kopen en duurzaam kan reizen tegen een betaalbare prijs. Als stadsvervoer is gratis openbaar vervoer wenselijk.
  • Eerlijk klimaatbeleid. Een rechtvaardig klimaatbeleid pakt energiearmoede aan en zorgt ervoor dat de lage inkomens erop vooruitgaan. Daarom steunen we het warmtefonds van FNV, Woonbond en Milieudefensie. Het is een eerlijke compensatie voor lagere inkomens voor de gestegen gasprijzen en zorgt voor goede banen. Subsidie voor energieopwekking zetten we alleen in als deze schoon, duurzaam en democratisch georganiseerd is. De gemeente helpt zeggenschap en sturing op onze energievoorziening te organiseren. Dit door collectieve energiecoöperaties op te zetten met vereenvoudigde procedures en professionele ondersteuning. Deze democratisch georganiseerde coöperaties wekken de groene energie op die mensen willen en waarvan zij profiteren. Mensen moeten meebeslissen en meedelen.
  • Energie besparen. We gaan aan het werk voor een stedelijk energiebesparend offensief dat gemeentelijke banen creëert en wijkgerichte energiebesparingsteams opzet voor voorlichting. Hierbij verduurzamen we jaarlijks 10.000 woningen en verduurzaamt de gemeente vergaand haar eigen vastgoed. We beginnen bij het isoleren van woningen die de laatste jaren verwaarloosd zijn, terwijl de allerrijksten subsidie ontvingen op hun elektrische auto’s.
  • Duurzaamheidsloket. Er komt een centraal duurzaamheidsloket waar bewoners terecht kunnen voor informatie en advies over duurzaam (ver)bouwen, energie besparen, energie opwekken, beschikbare stimuleringsmaatregelen en fiscale voordelen.
  • Geen “groene” ontslagen. Om de energietransitie rechtvaardig te maken investeren we fors in her- om- en bijscholing voor werkenden met garantie op goede arbeidsvoorwaarden. Géén “groene” ontslagen zonder herscholing en compensatie. De gemeente en vooral werkgevers moeten zorgen voor een energietransitie die juist betere banen creëert.
  • Duurzame eisen woningen. In bouwvergunningen voor nieuwe woningen en grotere renovatieprojecten worden strenge eisen gesteld aan de duurzaamheid. Nieuwbouwwoningen worden niet langer voorzien van een gasinstallatie, maar aangesloten op het warmtenet en/of een versterkt elektriciteitsnet. Er worden steviger stappen gezet om bestaande woningen op een voor de bewoners betaalbare wijze van het gas af te krijgen. Bewonersorganisaties worden vanaf het begin professioneel en onafhankelijk ondersteund. Het belang van een leefbare wijk, lokale werkgelegenheid, invloed op de hoogte van hun woonlasten en ideeën van bewoners staan centraal in die ondersteuning.
  • Hergebruik warmte. Hergebruik van warmte in de industrie en gebruik van restwarmte voor verwarming van huizen en gebouwen wordt verplicht. De huidige wurgcontracten van het Rotterdamse Warmtebedrijf worden opgezegd. Energie is geen handelswaar maar een mensenrecht. We moeten ons warmtenet voorbereiden zodat het in de toekomst openstaat voor lokale collectieve initiatieven en niet alleen afhankelijk is van de warmte van de grote industrie. De energietransitie is geen verdienmodel voor het warmtebedrijf, het haven- en industriecomplex en de energiebedrijven. We gaan niet uit deze klimaatcrisis komen door het vervuilende bedrijfsleven als oplossing te zien.
  • Kolencentrales. Alle kolencentrales in het havengebied gaan zo snel mogelijk dicht. Contracten met kolenoverslagbedrijven worden niet automatisch verlengd en bedrijven in de clean-tech krijgen voorrang op de traditionele petrochemie.
  • Schone schepen. Het Havenbedrijf voert een systeem in waarbij schone schepen voorrang krijgen op stookolie-reuzen. Ze bouwt haar investering in fossiele activiteiten in andere havens af.
  • Walstroom. Het afnemen van walstroom moet, zeker aan kades dicht bij woongebieden, verplicht worden gesteld. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Parkkade, Maasboulevard en Cruisterminal. In andere havengebieden moet het gebruik van walstroom zoveel mogelijk worden gestimuleerd.

Groen en milieu

  • Groene stad. We zorgen voor een toekomstbestendige stad. Daarom vergroenen we grootschalig door extra te investeren. Daarmee verbinden we bestaande groene zones, voorkomen we de bouw in parken en lopen we voorop in stadslandbouw. Voor elke weggehaalde boom planten we er twee terug.
  • Maatregelen. We nemen forse maatregelen voor het milieu. Dit doen we door strengere normen voor schoon en veilig produceren af te spreken bij gronduitgiftes en vergunningen. Met regelingen en heffingen stimuleren we de circulaire economie. We stoppen met het verbranden van geïmporteerd afval in de Rotterdamse Haven. Ook gaan we de scheiding van afval anders organiseren zodat er stroomopwekking uit afval gerealiseerd kan worden.
  • Milieuvergunningen. Handhaving van en controle op bestaande milieuvergunningen gaan we intensiveren. De pakkans voor milieudelicten moet omhoog.
  • Wethouden dier en natuur. Er komt één wethouder die over dierenwelzijn en stadsnatuur gaat. Deze gaat opkomen voor huis- en in het wild levende dieren, vogels, vissen en amfibieën. Deze wethouder moet samen met de klankbordgroep dierenwelzijn en stadsnatuur aan de slag. Rotterdammers die met groen aan de slag willen, kunnen voortaan bij één loket terecht.
  • Groen zelfbeheer. De gemeente stimuleert zelfbeheer van plantsoenen en braakliggende grond door bewoners, zo lang dit geen verkapte bezuinigingsmaatregel is op groenbeheer. De gemeente ontwikkelt een overzicht van tijdelijk niet gebruikte gronden en stimuleert het tijdelijk gebruik van die terreinen.

Luchtkwaliteit en mobiliteit

  • Verbeteren luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit in Rotterdam is de slechtste in Nederland, met vele voortijdige doden tot gevolg. We gaan planmatig te werk om de luchtkwaliteit in Rotterdam binnen korte tijd drastisch te verbeteren. Dit doen we door de milieu-inspectie te versterken en te verscherpen, onze binnenstad vergaand autovrij te maken, milieuzones op basis van uitstoot in te voeren en uitstoot in de haven aan banden te leggen. We voeren overal waar dat mogelijk is 30 kilometer zones in. We realiseren zo met alle mogelijke middelen en maatregelen dat elke Rotterdammer recht op schone lucht krijgt. Na bezuiniging op bezuiniging investeren wij nu juist in de GGD, die een waakhond moet zijn voor de luchtkwaliteit. Waar nodig ondersteunen we de GGD bij hun werkzaamheden. Ook nemen wij de adviezen van de GGD uiterst serieus.
  • Houtstook. Houtstook zorgt voor een grote verslechtering van de luchtkwaliteit. Overlast door houtrook moet zoveel mogelijk worden tegengegaan. Er moeten daarom eisen gesteld worden aan de stookinstallatie en het gebruik van stookinstallaties. Bij ongunstige weersomstandigheden, zoals mist, of als het windstil is, moet houtstook niet worden toegestaan. Mensen die afhankelijk zijn van houtstook voor hun warmtevoorziening moeten gefaciliteerd en gecompenseerd worden bij overstap naar een andere warmtebron.
  • Openbaar vervoer. Openbaar vervoer (OV) moet toegankelijk en betaalbaar zijn voor iedereen. Op veel plaatsen is het openbaar vervoer verschraald of zelfs helemaal verdwenen. Er is sprake van vervoersarmoede. We investeren in OV, deelvervoer, lopen en fietsen en niet meer in nieuw asfalt. Het busvervoer moet voldoende zijn in alle wijken en de hele dag door rijden. Daarbij moet vervoer op maat mogelijk zijn, in het bijzonder voor mensen met een handicap. Stads- en streekvervoer maken we gratis voor ouderen, jongeren en minima. Op termijn werken we toe naar een geheel gratis OV-netwerk. Als eerste komt er een elektrische busverbinding van Zuidplein via Erasmus MC naar het CS v.v. op een vrije busbaan. Er blijft 1 baan over voor autoverkeer op dit traject in de Noord en de Zuid richting (30 km). Overige wegvlakken worden fietsstraten.
  • Rotterdam Airport sluiten. We willen niet méér, maar minder vliegverkeer. We streven naar het definitief sluiten van Rotterdam The Hague Airport (Zestienhoven) om op die wijze mede ruimte voor meer woningen te creëren. Daarom steunen we het plan “Rotterdam Central Park” van de Bewoners Tegen Vliegtuigoverlast. Het stimuleren van internationale sneltrein- en nachttreinverbindingen met grote Europese metropolen zal onze eerste prioriteit zijn. Voor alle werknemers van de luchthaven die hierdoor hun baan dreigen te verliezen zal een genereus sociaal plan worden opgesteld, zij mogen niet het slachtoffer worden van de broodnodige klimaattransitie.
  • Meer ruimte voor de mens, minder voor de auto. Rotterdam is een stad gedomineerd door autoverkeer. Dit zorgt voor ongelukken, beperkte ruimte voor bewoners en horeca, geluidsoverlast en een waardeloze luchtkwaliteit. De openbare buitenruimte is in de eerste plaats van belang voor recreatie, groenvoorzieningen, kinderspeelplaatsen, voetgangers, fietsers en openbaar vervoer, dus niet voor parkerende of rijdende auto’s. Als Socialisten 010 willen wij toewerken naar een stad die zoveel mogelijk autovrij wordt gemaakt. Dit doen we vanuit de principes van toegankelijkheid en rechtvaardigheid, waarbij we getroffen groepen compenseren en andere opties bieden. Autovrije ontwikkeling moet nooit ten koste gaan van grote groepen bewoners.
  • Betaald parkeren. Heel de stad gaat over op betaald parkeren. De bijdrage voor de eerste auto gaat omlaag en de bijdrage voor een tweede gaat flink omhoog. De baten komen ten goede aan toegankelijk, betaalbaar openbaar vervoer voor iedereen.
  • Deelvervoer. Een nieuwe opkomende industrie als het deelvervoer (bijvoorbeeld GO of Felyx scooters) biedt kansen voor mobiliteit maar brengt ook risico’s met zich mee. In veel andere Europese steden krijgt men te maken met een wildgroei aan apparaten, overbelaste fietspaden en onveilige situaties. We willen deze deelvervoerindustrie in gemeentelijke of coöperatieve handen brengen om het publiek belang te waarborgen en democratische controle over deze industrie te garanderen. Tot die tijd reguleren we deze industrie strikt en zien we toe dat deze de stad en werknemers niet schaadt.
  • Toegankelijk openbaar vervoer. Al het openbaar vervoer moet toegankelijk worden voor iedereen. Ook met verminderde mobiliteit of slechtziendheid moet het mogelijk zijn eenvoudig in en uit te kunnen stappen en de perrons te kunnen bereiken. Dit moet ook duidelijk aangegeven worden op de stations. Een voorbeeld hiervan is dat het rolstoeltoegankelijk moet zijn.
  • Nacht OV. We zorgen voor een intensiever nachtnetwerk van het openbaar vervoer, bijvoorbeeld door een nachtmetro. Hierbij houden we wel rekening met de problemen die nachtwerk meebrengt voor werknemers, bijvoorbeeld door in te zetten op automatisering van metro’s of met de vakbond speciale regelingen af te spreken.

Dierenwelzijn

  • Dierenklinieken voor minima. We ondersteunen dierenklinieken waar minima tegen sterk gereduceerde tarieven terecht kunnen. Ook breiden we het netwerk van kinderboerderijen uit en realiseren we dat elk Rotterdams kind natuur- en milieueducatie krijgt.
  • Dieren tegen uitbuiting beschermen. Dieren gaan we meer beschermen tegen foute commerciële initiatieven. We verbieden evenementen met levende dieren en regelen dat gezelschapsdieren enkel nog verkocht kunnen worden door erkende fokkers. Hierop zal strenger gecontroleerd worden.
  • Meer ruimte voor dieren. De stad gaat meer ruimte bieden voor dieren. Dit doen we door een plan te maken hoe we bedreigde diersoorten kunnen beschermen en behouden. Overlastgevende dieren bestrijden we enkel op diervriendelijke manieren. In het beheer van onze natuur houden we rekening met de leefomstandigheden en belangen van dieren.
  • Dierenleedvrije producten. We zijn tegen de uitbuiting van alle levende wezens en dus ook van dieren. Producten afkomstig van dieren zijn niet te verkrijgen zonder uitbuiting. Daarnaast draagt de bio-industrie flink bij aan klimaatverandering. Daarom streven we naar een einde van de productie en consumptie van dierlijke producten. Dat is beter voor mens, dier en milieu.
  • Bio-industrie. We staan geen nieuwe bedrijven in de bio-industrie of uitbreiding daarin toe. Bestaande bedrijven moedigen we aan om over te stappen op plantaardige alternatieven. Zolang er nog bio-industrie in Rotterdam is, moet deze veilig plaatsvinden. Daarom moet elke stal brandveilig worden en controleren we op dierenmishandeling, geluids- en stankoverlast en de uitstoot van fijnstof.
  • Jagen en vissen. We verbieden het jagen op of vangen van wilde dieren, inclusief visserij. Alleen als dit nodig is voor populatiebeheer, er sprake is van grote overlast en er geen andere oplossing is, wordt dit nog toegestaan.
  • Dierproeven. We moedigen het Erasmus Medisch Centrum en andere instanties aan om te stoppen met het gebruik van proefdieren bij hun onderzoek. Op termijn wordt het gebruik van proefdieren verboden.