Onderwijs levert een grote bijdrage aan de ontwikkeling van iemands leven en is dus van groot belang. Als socialisten streven wij naar onderwijs dat mensen niet alleen voorbereidt op het werkende leven maar hen ook verheft tot actieve, betrokken burgers. Een onderwijssysteem moet de motor van emancipatie vormen, waaraan iedereen ongeacht diens achtergrond deel kan nemen en gelijke kansen krijgt.
Onderwijs moet van hoge kwaliteit zijn en onder publiek beheer en controle staan. Op dit moment is de toegang tot kwalitatief onderwijs vaak gesegregeerd en ongelijk. De achtergrond van ouders is bijvoorbeeld van grote invloed op de schoolloopbaan van hun kinderen. De gemeente heeft de taak om het onderwijs in Rotterdam te faciliteren. Wij stellen ons ten doel om ervoor te zorgen dat geen enkel kind achterblijft.
- Gelijkwaardig onderwijs. Onderwijs is een basisrecht; het vormt de basis van de menselijke ontwikkeling. Daarom is het zo schrijnend dat we nog te veel ongelijkheid in het onderwijs zien. Er komt meer aandacht voor ongelijkheid in schooladviezen en de doorstroom naar vervolgopleidingen. Verkleining van schoolklassen en een langere brugperiode in het voortgezet onderwijs (‘middenschool’) kunnen de ongelijkheid helpen beperken.
- Publieke bijlescentra. In samenwerking met bestaande onderwijsinstellingen realiseren we 5 publieke bijlescentra verspreid over Rotterdam. Waar dat kan wordt gebruik gemaakt van bestaande onderwijsfaciliteiten. Met deze bijlescentra pakken we de wildgroei aan private, peperdure bijlesfaciliteiten aan. Deze bijlescentra worden betaalbaar ter beschikking gesteld en middelbare scholieren krijgen hier hulp door studenten die ten minste 14 euro/uur verdienen. De bijlescentra zijn er niet alleen om te leren – ze worden dusdanig ingericht dat leerlingen hier buiten de bijlessen bijvoorbeeld ook gezellig kunnen tafelvoetballen of basketballen. Op weekeinden zijn ook oefenruimtes voor muziek beschikbaar.
- Desegregatie van opleidingen. Het huidige schoolsysteem bevordert segregatie en conflict tussen verschillende opleidingsniveaus. Daarom willen wij dat de gemeente een “Domela Nieuwenhuis” school opzet, waarin gelijkwaardigheid en zelfontplooiing van leerlingen centraal staat. Leerlingen worden op deze school niet langer opgedeeld in verschillende klassen naar opleidingsniveau, maar enkel nog naar leeftijd. Men kan vakken volgen op vmbo-, havo- of vwo-niveau en alle leerlingen krijgen intensieve individuele begeleiding. Om leerlingen voor te bereiden op een democratische maatschappij krijgen zij vergaande zeggenschap in de besluitvorming van de school.
- Schoolplaatsing. We verzetten ons tegen afscheiding en tegen ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen. Plaatsing wordt gebaseerd op de voorkeur van de ouders, de afstand tussen de school en thuis, en de verdeling van leerlingen met en zonder taal- of leerachterstand. De gemeente maakt afspraken met de scholen over een eerlijke verdeling van leerlingen met een achterstand. Scholen die daar niet aan meedoen krijgen geen financiering meer van de gemeente.
- Stagediscriminatie. We bestrijden stagediscriminatie actief door bijvoorbeeld anoniem solliciteren te verplichten. De gemeente en onderwijsinstellingen zijn er samen verantwoordelijk voor dat er voldoende stageplekken zijn.
- Lerarentekort. Op dit moment probeert de overheid het lerarentekort op te lossen door steeds lagere eisen te stellen aan onze onderwijzers. Steeds vaker staan ‘zij-instromers’ voor de klas, dit moet anders. We ondersteunen vakbonden in de eisen voor hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden.
- Inburgeringsonderwijs. We laten taal- en inburgeringsonderwijs niet over aan de markt. Dit leidt aantoonbaar tot slechte resultaten. We vormen onderwijs voor inburgeraars en andere nieuwkomers, zoals internationale studenten, om tot publieke voorziening.
- Ruimte om te leren. De gemeente moet zich actief gaan inzetten voor betere huisvesting van het Rotterdamse onderwijs. Op dit moment is dat niet op orde. Het ‘spreadsheetmanagement’ heeft ook in het onderwijs zijn intrede gedaan. Het aantal vierkante meters per leerling is veel te klein geworden en er wordt te weinig rekening gehouden met de specifieke behoeften van bepaalde soorten onderwijs. Kinderen in Groep 1 en 2 hebben bijvoorbeeld ruimte nodig om te spelen. Alle soorten onderwijs – van praktijkonderwijs tot gymnasium – krijgen geschikte faciliteiten voor hun opleiding; hierin moet geen onderscheid gemaakt worden.
- Meervoudig gebruik van schoolgebouwen. We moedigen meervoudig gebruik van het schoolgebouw aan, zodat ook sportclubs, buurtverenigingen en overige geïnteresseerden er een plek kunnen vinden. De gemeente bewaakt het overzicht en heeft een coördinerende rol hierin.
- Werken aan problemen op school. De scholen moeten niet alleen een vindplaats voor signalen zijn maar ook de werkplaats hiervan. Per school moet er minimaal 1 maatschappelijk werker zijn om de zorgen van de leraren uit handen te nemen. De problemen in sommige wijken zijn zo groot dat deze investering gerechtvaardigd is.
- Leerlingenvervoer. De gemeente draagt zorg voor leerlingenvervoer en past maatwerk toe. De grote bezuiniging op leerlingenvervoer wordt teruggedraaid.
- Zwemles. Het is een kwestie van veiligheid dat iedereen in Nederland leert zwemmen. We maken daarom schoolzwemmen verplicht en gratis voor ieder kind.
- Democratie in het onderwijs. Medezeggenschapsraden van onderwijsinstellingen worden betrokken bij overleggen waar ook de gemeente aan tafel zit. Hoger onderwijsinstellingen die geen verplichte organen voor interne democratie hebben, zoals studentenraden, krijgen geen financiële steun van de gemeente.
- Kinderopvang. Landelijk pleiten we ervoor dat kinderopvang weer een publieke voorziening wordt. Waar dat kan, weren we investeerders uit deze sector.
- Schoolmaaltijden. Op een lege maag kan men niks leren! Daarom willen wij ook de ouders helpen door alle leerlingen van de stad een gratis ontbijt en lunch aan te bieden op hun schoolfaciliteiten. Er wordt rekening gehouden met kwaliteit, dierenwelzijn, allergieën en religieuze voorkeuren.